Vraag om inlichtingen: wat als de controleurs informeel antwoorden vragen binnen heel korte termijnen?

We vernemen steeds vaker dat jullie informele vragen ontvangen van belastingcontroleurs zonder dat uw cliënt daarvan op de hoogte is en bovendien met de eis om binnen zeer korte tijd te reageren. Sommige belastingcontroleurs bedreigen u zelfs met sancties of boetes als er niet binnen de gevraagde termijn wordt geantwoord. 


Wij wijzen erop dat de belastingprocedure geen termijn oplegt voor informele vragen! Het ITAA heeft de FOD Financiën al meermaals gemeld dat deze praktijken van controleurs de beoefenaars van economische beroepen op een onverantwoorde manier onder druk zetten. 


Om u te helpen in de dagelijkse praktijk van uw kantoor willen we in het kader van deze publicatie: 

  • een einde maken aan de verwarring die bij sommige belastingcontroleurs bestaat tussen informele en formele vragen om inlichtingen; 
  • eraan herinneren dat, als uw cliënt u geen algemeen lastgeving heeft verleend, de belastingcontroleur een vraag om inlichtingen in principe rechtstreeks aan de belastingplichtige moet richten, zodat het beroepsgeheim van de ITAA
  • leden wordt nageleefd; 
  • u het standpunt van het ITAA meedelen; 
  • u een standaard antwoordformulier op een ongerechtvaardigde informele vraag om inlichtingen door een belastingcontroleur bezorgen, naargelang u al dan niet over een algemene lastgeving door de cliënt beschikt.
Informele vraag versus formele vraag om inlichtingen door de controleur?
Als de belastingcontroleur een informele vraag stuurt, is er geen bindende termijn die hij tegen de beoefenaar van een economisch beroep kan inroepen om een snel antwoord te krijgen. De aangegeven datum kan enkel een wens van de administratie zijn. U kunt er uiteraard in de mate van het mogelijke rekening mee houden, maar het is in geen geval een verplichting. 


Alleen bij een formele vraag om inlichtingen is er een uitdrukkelijke antwoordtermijn, met dien verstande dat de vraag rechtstreeks moet worden gericht aan de belastingplichtige die wordt gecontroleerd. 


Volgens artikel 316 van het WIB [1] moet elke belastingplichtige binnen een maand schriftelijk alle inlichtingen verstrekken die van hem worden gevorderd met het oog op het onderzoek van zijn fiscale toestand. Artikel 316 WIB staat de Administratie namelijk toe om aan de belastingplichtige inlichtingen te vragen over wat hij in zijn belastingaangifte heeft opgenomen. Als de belastingplichtige niet antwoordt, kunnen hem administratieve en strafrechtelijke sancties worden opgelegd (tenzij de termijn om wettige redenen wordt verlengd) [2] . 


Bovendien kan de Belastingadministratie bij het uitblijven van een antwoord op een vraag om inlichtingen een aanslag van ambtswege toepassen. De bewijslast wordt dan omgekeerd. Normaal gesproken moet de Belastingadministratie bewijzen welke inkomsten belastbaar zijn, maar in het geval van aanslag van ambtswege is het de belastingplichtige die moet bewijzen dat de cijfers van de Belastingadministratie onjuist zijn.


[1] Artikel 316 WIB: ‘Onverminderd het recht van de administratie tot het vragen van mondelinge inlichtingen, is eenieder die onderhevig is aan de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting of de belasting van niet-inwoners verplicht de administratie, op haar verzoek, binnen een maand te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van de aanvraag, welke termijn wegens wettige redenen kan worden verlengd, schriftelijk alle inlichtingen te verstrekken die van hem worden gevorderd met het oog op het onderzoek van zijn fiscale toestand.’


[2] Vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn kan een verlenging van de antwoordtermijn worden gevraagd. De controleur is niet verplicht om deze verlenging toe te staan, maar zal dit meestal wel doen, zeker in geval van een geldige reden, zoals ziekte, een verblijf in het buitenland, enz.

Wat met het beroepsgeheim? [3]
Volgens artikel 120 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur is artikel 458 van het Strafwetboek van toepassing op de beoefenaars van economische beroepen (en stagiairs).


Het beroepsgeheim slaat op elementen die uiteraard vertrouwelijk zijn of die de accountant of belastingadviseur uitdrukkelijk of stilzwijgend is te weten gekomen [5].


Niet elk document dat zich in het kantoor van een accountant of belastingadviseur bevindt, bevat noodzakelijkerwijs vertrouwelijke informatie.


Belangrijk: zelfs als elementen niet onder het beroepsgeheim vallen, zou de accountant of belastingadviseur een contractuele fout begaan door ze aan een derde mee te delen zonder voorafgaande toestemming van de cliënt (behalve in specifieke gevallen die in een eerdere nota van de ITAA zijn toegelicht [6]). Dit principe moet in acht worden genomen als u van uw cliënt geen lastgeving hebt gekregen om een vraag van een belastingcontroleur om inlichtingen te beantwoorden, dus als u niet over een algemene lastgeving beschikt.


[3] Om ervoor te zorgen dat de belasting correct wordt geïnd, kan de belastingadministratie ook inlichtingen vragen bij een beoefenaar van een economisch beroep, rechtstreeks in zijn naam. Wanneer de beoefenaar van een economisch beroep in zijn naam een vraag om inlichtingen of om te worden gehoord ontvangt, moet de Administratie - die inlichtingen wil verzamelen door derden als getuige te horen - de procedure van artikel 322, par. 1 WIB toepassen, de belastingplichtige volgens artikel 325 WIB bij aangetekende brief oproepen om het getuigenverhoor bij te wonen en een proces-verbaal opstellen. De accountant of belastingadviseur is echter zelden getuige, omdat hij op grond van zijn opdrachtbrief uitvoerder is van de aannemingsovereenkomst in combinatie met de lastgevingsovereenkomst, wat bovendien een onbenoemde overeenkomst vormt. Bovendien moet de door de Belastingadministratie verzonden e-mail de naam van de ambtenaar en zijn graad bevatten, zodat de beoefenaar van het economisch beroep kan nagaan of de persoon die de inlichtingen vraagt de graad van financieel deskundige heeft, zoals bepaald in artikel 322, par. 1, lid 1, WIB. De Belastingadministratie moet in elk geval de regels van de fiscale procedure naleven!

[4] https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2019031703&table_name=wet

[5] Cass. 30 oktober 1978, Pas. 1979, I, p.248

[6] Voor meer informatie hierover verwijzen we naar een eerdere ITAA-publicatie: https://www.itaa.be/nl/beroepsgeheim-van-de-accountant-en-belastingadviseur/

ITAA-standpunt
Ondanks veelvuldig overleg tussen het ITAA en de belastingadministratie over ongerechtvaardigde vragen om inlichtingen blijven sommige belastingcontroleurs ITAA-leden met sancties of boetes bedreigen als ze niet binnen een zeer korte termijn antwoorden op een informele vraag om inlichtingen.


Tegen die achtergrond moeten er twee hypothesen worden onderscheiden:
  • Als u over een algemene lastgeving beschikt, kunt u de vraag van de belastingcontroleur beantwoorden, rekening houdend met uw werkplanning en na overleg met uw cliënt.
  • Hebt u geen algemene lastgeving, dan moet u de belastingcontroleur antwoorden dat u eerst contact met uw cliënt moet opnemen om te vragen of hij u volmacht geeft om de vraag om inlichtingen te beantwoorden. Als dat niet het geval is, moet de belastingcontroleur zich rechtstreeks tot de belastingplichtige wenden.
Voorgestelde standaardreactie van het ITAA op een informele vraag om inlichtingen die binnen zeer korte tijd moet worden beantwoord
Om de toch al hoge druk op de beoefenaars van economische beroepen te verminderen, stelt het ITAA haar leden voor om zich te baseren op het volgende standaardantwoord op een informele vraag om inlichtingen met een zeer korte bindende antwoordtermijn: 


Mevrouw, mijnheer, 


Ik ben belast met het onderzoek van het dossier van bovengenoemde belastingplichtige. 


U heeft in code 1036 1 aangegeven. Hebt u een vonnis dat u mij kunt bezorgen? Zo niet, dan zal ik het kind dat co-ouderschap is opgenomen moeten afwijzen Stuur mij uw akkoord voor de eventuele rechtzetting 1036: 0 in plaats van 1. 


Als u niet binnen 10 dagen antwoordt, ben ik verplicht de belastingplichtige een bericht van wijziging te sturen.
Voorgesteld antwoordmodel van het ITAA: 


Hypothese 1: u beschikt over een lastgeving om te antwoorden 



"Geachte heer, mevrouw, 

Wij melden u de goede ontvangst van uw informele vraag om inlichtingen over (naam van de cliënt), voor wie wij over een lastgeving beschikken. Wij brengen hem onmiddellijk op de hoogte van uw vraag om inlichtingen. 

Wij zullen zo snel mogelijk gevolg geven aan uw informele vraag om inlichtingen, na overleg met onze cliënt en rekening houdend met onze werkplanning. Wij denken dat we u een antwoord kunnen geven voor (verwachte datum). Het zal u bekend zijn dat er bij een informele vraag in geen geval een bindende antwoordtermijn kan worden opgelegd. 
Bij voorbaat dank voor uw begrip." 
Hypothese 2: u beschikt niet over een lastgeving om te antwoorden 


"Geachte heer, mevrouw, 

Wij hebben uw informele vraag om inlichtingen over (naam van de cliënt) ontvangen. 

We beschikken niet over een lastgeving om te antwoorden en kunnen u bijgevolg de gevraagde gegevens niet meedelen zonder vooraf onze cliënt op de hoogte te brengen en zonder dat hij ons toestemming heeft gegeven om uw vraag te beantwoorden.

Als ITAA-lid moeten wij deontologische principes naleven, waaronder het beroepsgeheim. Volgens artikel 120 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur is artikel 458 van het Strafwetboek van toepassing op de beoefenaars van economische beroepen. 

Als onze cliënt ons daar toestemming voor geeft, zullen wij zo snel mogelijk gevolg geven aan uw informele vraag om inlichtingen, na overleg met onze cliënt en rekening houdend met onze werkplanning. Het zal u bekend zijn dat er bij een informele vraag in geen geval een bindende antwoordtermijn kan worden opgelegd. 

Als onze cliënt ons geen lastgeving verleent om op uw vraag te antwoorden, is het aan u om rechtstreeks contact met hem op te nemen. Wij houden u op de hoogte zodra wij instructies van onze cliënt hebben gekregen. Bij voorbaat dank voor uw begrip."
I
Itaa is the author of this solution article.

Was dit antwoord nuttig? Ja Nee

Feedback versturen
Het spijt ons dat we u niet hebben kunnen helpen. Als u feedback geeft, kunnen we het artikel verbeteren.